04-05-2017
Werknemer stelt met succes forse loonvordering in op werkgever wegens overwerk!
Een werknemer die, nadat zijn arbeidsovereenkomst is geëindigd, jegens zijn werkgever (vaak geheel onverwacht) een loonvordering instelt voor in het verleden gewerkte overuren. Het komt in de praktijk regelmatig voor; en leidt vaak tot een juridische procedure.
Een wettelijke regeling met betrekking tot overwerk ontbreekt. Het is dus niet vanzelfsprekend dat een werknemer die overwerk verricht daarvoor ook betaald krijgt. Dit lijkt een onderwerp te zijn dat voornamelijk in een CAO wordt geregeld. Bij de wat hogere inkomens wordt er niet zelden vanuit gegaan dat overwerk bij de functie hoort en dus bij het loon is inbegrepen.
Een loonvordering kan in principe alleen maar zien op de laatste vijf jaren. Loonvorderingen van de periode daarvoor zijn namelijk ‘verjaard'. Maar zelfs over de laatste vijf jaren kan het nog steeds gaan om een torenhoge claim.
De vraag is dan of de werknemer de overuren verricht heeft op verzoek van of in opdracht van zijn werkgever. Als die vraag ontkennend wordt beantwoord, dan luidt de vervolgvraag of de werkgever dan wellicht stilzwijgend met het overwerk heeft ingestemd. Als de werknemer stelt dat de werkgever stilzwijgend met het overwerk heeft ingestemd, dan moet de werknemer aantonen dat de werkgever wist of hoorde te weten dat de werknemer (aanzienlijke) overuren maakte, en ook dat de werkgever wist of moest begrijpen dat de werknemer aanspraak maakte op vergoeding van die overuren.
Tegenwoordig hanteren veel werkgevers flexibele werktijden, waarbij werknemers de vrijheid hebben om zelf te bepalen hoe ze invulling geven aan de overeengekomen arbeidsduur. Het is dan nog niet zo makkelijk voor een werkgever om vast te stellen óf een werknemer overuren maakt. Dit neemt niet weg dat in de rechtspraak herhaaldelijk is geoordeeld dat het aan de werkgever is om een goede urenregistratie bij te houden.
Anderzijds blijkt uit de rechtspraak ook dat uit het ontbreken van een behoorlijke (over)urenregistratie niet zonder meer kan worden afgeleid dat de werkgever stilzwijgend toestemming heeft gegeven voor het door de werknemer verrichte overwerk. In die optiek zouden werknemers, bij gebreke van een registratiesysteem voor overuren, namelijk de vrijheid hebben hun loonaanspraken te vergroten enkel door meer uren te werken dan het overeengekomen aantal. En dat laatste kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Als er geen opdracht is gegeven tot het verrichten van overwerk, en er ook geen sprake is van een daarmee gelijk te stellen instemmen van de werkgever, dan kan een claim van de werknemer natuurlijk niet slagen.
Het feit dat een werknemer wacht met het instellen van een overwerkvergoeding tot ná de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, maakt niet dat de werknemer géén aanspraak meer zou kunnen maken op uitbetaling van de gewerkte overuren. Maar het gedurende enkele jaren stilzwijgend opbouwen van een claim en deze pas na beëindiging van het dienstverband bij de werkgever indienen, zet werknemer vaak wel op een bewijsachterstand. Desalniettemin worden in de praktijk regelmatig overwerkvergoedingen aan werknemers toegekend.
Zo heeft de rechtbank Limburg zich onlangs moeten buigen over een zaak waarin een werknemer een loonvordering wegens verricht overwerk ingesteld had op zijn ex-werkgever. De werknemer vorderde betaling van 3284,45 overuren. Daarvan werden 1988 overuren door de rechter toegewezen. Dit betekende dat de werkgever in kwestie nog een bedrag van bijna € 32.000,- bruto aan de werknemer diende te betalen.
Het laten overwerken door werknemers, zonder dit goed geregeld te hebben in de arbeidsovereenkomst en gecheckt te hebben met mogelijkheden en risico’s in de CAO, kan dus tot grote financiële claims leiden. Werkgevers kunnen, zeker wanneer in CAO’s daarvoor specifieke bepalingen zijn opgenomen, er overigens ook niet altijd gerechtvaardigd op vertrouwen dat overwerk inherent is aan de functie die de werknemer verricht en overwerkuren daarom niet uitbetaald hoeven te worden. Waakzaamheid blijft dus altijd geboden!
Een wettelijke regeling met betrekking tot overwerk ontbreekt. Het is dus niet vanzelfsprekend dat een werknemer die overwerk verricht daarvoor ook betaald krijgt. Dit lijkt een onderwerp te zijn dat voornamelijk in een CAO wordt geregeld. Bij de wat hogere inkomens wordt er niet zelden vanuit gegaan dat overwerk bij de functie hoort en dus bij het loon is inbegrepen.
Een loonvordering kan in principe alleen maar zien op de laatste vijf jaren. Loonvorderingen van de periode daarvoor zijn namelijk ‘verjaard'. Maar zelfs over de laatste vijf jaren kan het nog steeds gaan om een torenhoge claim.
De vraag is dan of de werknemer de overuren verricht heeft op verzoek van of in opdracht van zijn werkgever. Als die vraag ontkennend wordt beantwoord, dan luidt de vervolgvraag of de werkgever dan wellicht stilzwijgend met het overwerk heeft ingestemd. Als de werknemer stelt dat de werkgever stilzwijgend met het overwerk heeft ingestemd, dan moet de werknemer aantonen dat de werkgever wist of hoorde te weten dat de werknemer (aanzienlijke) overuren maakte, en ook dat de werkgever wist of moest begrijpen dat de werknemer aanspraak maakte op vergoeding van die overuren.
Tegenwoordig hanteren veel werkgevers flexibele werktijden, waarbij werknemers de vrijheid hebben om zelf te bepalen hoe ze invulling geven aan de overeengekomen arbeidsduur. Het is dan nog niet zo makkelijk voor een werkgever om vast te stellen óf een werknemer overuren maakt. Dit neemt niet weg dat in de rechtspraak herhaaldelijk is geoordeeld dat het aan de werkgever is om een goede urenregistratie bij te houden.
Anderzijds blijkt uit de rechtspraak ook dat uit het ontbreken van een behoorlijke (over)urenregistratie niet zonder meer kan worden afgeleid dat de werkgever stilzwijgend toestemming heeft gegeven voor het door de werknemer verrichte overwerk. In die optiek zouden werknemers, bij gebreke van een registratiesysteem voor overuren, namelijk de vrijheid hebben hun loonaanspraken te vergroten enkel door meer uren te werken dan het overeengekomen aantal. En dat laatste kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Als er geen opdracht is gegeven tot het verrichten van overwerk, en er ook geen sprake is van een daarmee gelijk te stellen instemmen van de werkgever, dan kan een claim van de werknemer natuurlijk niet slagen.
Het feit dat een werknemer wacht met het instellen van een overwerkvergoeding tot ná de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, maakt niet dat de werknemer géén aanspraak meer zou kunnen maken op uitbetaling van de gewerkte overuren. Maar het gedurende enkele jaren stilzwijgend opbouwen van een claim en deze pas na beëindiging van het dienstverband bij de werkgever indienen, zet werknemer vaak wel op een bewijsachterstand. Desalniettemin worden in de praktijk regelmatig overwerkvergoedingen aan werknemers toegekend.
Zo heeft de rechtbank Limburg zich onlangs moeten buigen over een zaak waarin een werknemer een loonvordering wegens verricht overwerk ingesteld had op zijn ex-werkgever. De werknemer vorderde betaling van 3284,45 overuren. Daarvan werden 1988 overuren door de rechter toegewezen. Dit betekende dat de werkgever in kwestie nog een bedrag van bijna € 32.000,- bruto aan de werknemer diende te betalen.
Het laten overwerken door werknemers, zonder dit goed geregeld te hebben in de arbeidsovereenkomst en gecheckt te hebben met mogelijkheden en risico’s in de CAO, kan dus tot grote financiële claims leiden. Werkgevers kunnen, zeker wanneer in CAO’s daarvoor specifieke bepalingen zijn opgenomen, er overigens ook niet altijd gerechtvaardigd op vertrouwen dat overwerk inherent is aan de functie die de werknemer verricht en overwerkuren daarom niet uitbetaald hoeven te worden. Waakzaamheid blijft dus altijd geboden!
Bron: SPEE Advocaten & Mediation