Pensioenleeftijd werknemers met 5 maanden gestegen
De pensioenleeftijd van werknemers is in 2017 verder gestegen. De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gingen was 64 jaar en 10 maanden, 5 maanden hoger dan in 2016. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Begin deze eeuw lag de gemiddelde pensioenleeftijd net onder de 61 jaar. Deze leeftijd begon in 2007 te stijgen onder invloed van regelgeving en wetswijzigingen die als doel hadden werknemers te stimuleren om langer door te werken. Het aandeel werknemers dat voor hun 65e verjaardag met pensioen gaat is sindsdien drastisch gedaald van 88 procent in 2006 naar 38 procent in 2017.
Ook de AOW-leeftijd die vanaf 1 januari 2013 stapsgewijs wordt verhoogd, speelt een rol. In 2017 kregen personen vanaf 65 jaar en 9 maanden een AOW-uitkering. De komende jaren zal de AOW-leeftijd verder stijgen tot 67 jaar en 3 maanden in 2022. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Het aantal personen van 55 jaar of ouder met loon als voornaamste inkomensbron is tussen 2005 en 2016 met bijna 80 procent gegroeid, mede door de vergrijzende bevolking en de hogere AOW-leeftijd. In 2016 waren er bijna vier keer zo veel werknemers van 60 tot 65 jaar als in 2005. Het aantal werknemers van 65 jaar of ouder nam nog harder toe en verzesvoudigde in dezelfde periode, tot 44,5 duizend in 2016.
Bron : CBS