IQ- en persoonlijkheidstesten bij sollicitaties verkleinen baankansen voor kwart Nederlanders
Werkgevers gebruiken vaak IQ- en persoonlijkheidstesten om sollicitanten objectief te beoordelen. Maar uit onderzoek blijkt dat deze methodes niet zo eerlijk zijn als gedacht. Vooral mensen met autisme, dyslexie of een migratieachtergrond maken hierdoor minder kans op een baan. Dat blijkt uit onderzoek van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS), ingezien door NU.nl. Experts pleiten daarom voor een heroverweging van deze testen in sollicitatieprocedures.
Extra stress en vooroordelen beïnvloeden uitslagen
Volgens hoofdonderzoeker Jolien Geerlings brengen deze testen extra spanning met zich mee. Daarnaast ervaren sommige groepen een ‘stereotype threat’: het onbewust herinnerd worden aan vooroordelen over hun achtergrond. Dit kan hun prestaties negatief beïnvloeden en ertoe leiden dat ze onterecht lager scoren.
Moeten deze testen verdwijnen?
KIS adviseert werkgevers om af te stappen van standaard IQ- en persoonlijkheidstesten, omdat deze niet altijd een eerlijk beeld geven van iemands kwaliteiten. Toch worden ze steeds vaker ingezet, mede doordat ze online eenvoudig beschikbaar zijn en werkgevers ze als een snelle en objectieve selectieprocedure beschouwen.
Assessmentbureaus erkennen risico’s, maar blijven positief
Hoewel assessmentbureaus de risico’s erkennen, wijzen ze ook op de voordelen. Volgens hen zijn testen betrouwbaarder dan een sollicitatiegesprek, mits werkgevers zich bewust zijn van mogelijke vooroordelen. Experts adviseren om tests specifiek te ontwikkelen voor een functie, maar dat is volgens sommigen praktisch moeilijk uitvoerbaar.