Voor werkgevers
Vacatures in je mailbox? Stel jouw jobalert in!
Blog
11-10-2024

HR-wijzigingen op komst: dit moet je weten voor 2025

Vanaf 1 januari 2025 zal het kabinet zich richten op het verbeteren van de sociale zekerheid en maatschappelijke samenhang. In de praktijk zullen de WW-uitkeringen worden verkort en zullen grote werkgevers geen transitievergoeding meer ontvangen voor zieke werknemers. Hoewel het kabinet het aantal arbeidsmigranten wil terugdringen, blijven er grote belastingvoordelen bestaan ​​voor expats. Hieronder vind je een uitgebreid overzicht van de belangrijkste veranderingen waarmee HR-professionals in 2025 rekening moeten houden.

Hervorming van de arbeidsmarkt

Met het arbeidsmarktpakket zet het kabinet in op een sterkere baanzekerheid voor flexwerkers/zzp’ers, modernere non-concurrentiebedingen en een meer inclusieve arbeidsmarkt voor gehandicapten. Flexibele contracten worden ingeperkt en er komen strengere regels voor nulurencontracten en uitzendwerk. Het kabinet zet zich in voor een evenwichtige arbeidsmarkt en een grotere zekerheid voor werknemers. De huidige Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) zal uiterlijk in 2025 worden geëvalueerd.

Er komen duidelijke regels over de status van zelfstandigen en hoe om te gaan met schijnzelfstandigen. Daarnaast komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Hiervoor zijn twee wetten ingevoerd. De Wet tot verduidelijking van de arbeidsverhoudingen en de beoordeling van rechtsvermoedens (Vbar) en de Wet op meer zekerheid van flexwerkers. Het doel van beide wetten is in wezen het bestrijden van schijnzelfstandigheid en het bieden van extra zekerheid aan werknemers.

De ontwikkelingsagenda voor gelijke kansen zal in 2025 worden uitgevoerd. Werkgevers kunnen ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen op werk heeft door objectief te zijn in hun wervings- en selectiepraktijken. In samenwerking met de SER en werkgeversverenigingen wordt deze agenda verder ontwikkeld. Hiervoor wordt jaarlijks een budget van 1 miljoen euro uitgetrokken.

De arbeidsmarktdienst zal worden verbeterd door middel van publiek-private partnerschappen en de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur met diensten voor werknemers, werkzoekenden en werkgevers. De dienstverlening zal ook worden verbeterd door de oprichting van 35 Werkcentra in arbeidsmarktregio's.

Daarnaast wil de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2025 een discussie starten over welke soorten banen in Nederland nog steeds gewild zullen zijn. Sommige sectoren zijn bijna uitsluitend afhankelijk van migrerende werknemers, wat vragen oproept over de vraag of deze arbeid voldoende bijdraagt ​​aan onze welvaart. Het allerbelangrijkste is dat het misbruik en de uitbuiting van arbeidsmigranten altijd moeten worden bestreden. Dit voorjaar presenteert het kabinet een eerste lijst met mogelijke verbeteringen op de arbeidsmarkt.

WW op de schop en korter (naar 18 maanden)

In het hoofdlijnenakkoord zijn verlagingen van de werkloosheidsuitkeringen overeengekomen. Hiervoor worden verschillende opties overwogen, zoals het verlengen van de opzegtermijn van arbeidsovereenkomsten in combinatie met poortwachterscontroles op WW-uitkeringen bij het UWV. Er zijn ook plannen om de periode van de werkloosheidsuitkeringen te verkorten tot 18 maanden. Dit is gericht op het verlichten van de lasten voor WW-gerechtigde, werkgevers en uitvoeringsorganisaties.

WW-gerechtigden hebben een sollicitatieplicht. Dit wordt momenteel onderzocht en de geldigheid van verschillende varianten van deze inspanningsplicht wordt overwogen. De eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek zullen naar verwachting pas medio 2027 worden gepubliceerd.

Compensatie voor transitievergoeding voortaan alleen voor kleine bedrijven

Sinds 1 april 2020 krijgen alle werkgevers de transitievergoeding vergoed die zij moeten betalen bij het ontslaan van een werknemer die twee jaar ziek is. Vanaf 1 juli 2026 is deze dekking beperkt tot kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Werkgevers met 25 of meer werknemers komen vanaf dat moment niet langer in aanmerking voor compensatie.

Expats blijven welkom dankzij de 27-procentregeling

Het kabinet wil het aantal arbeidsmigranten terugdringen, maar dat geldt niet voor buitenlanders die met hun unieke kennis en vaardigheden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de economie. Bovendien moet ons land aantrekkelijk blijven voor buitenlandse bedrijven die zich hier willen vestigen. Vanaf 2027 geldt gedurende vijf jaar een aftrekpercentage van 27% (voorheen 30%). De salarisnorm gaat omhoog van € 46.107,- naar € 50.436,-. Ook wordt de salarisnorm verhoogd voor werknemers onder de 30 jaar die een masteropleiding hebben afgerond.

Verbeteringen van de sociale zekerheid

De minister van SZW wil het socialezekerheidsstelsel vereenvoudigen om de inkomensondersteuning begrijpelijker en toegankelijker te maken. De hervormingsagenda richt zich op zekerheid, duidelijkheid en het laten lonen van werk.

Hiervoor gelden ook de regels en voorschriften met betrekking tot personen die arbeidsongeschikt zijn. Dit is nodig om toekomstbestendig en betaalbaar te blijven. Ook werkt het kabinet aan concrete hervormingen, zoals het vergroten van de beoordelingsmogelijkheden van UWV.

Met het implementatieplan zet het kabinet zich in voor het verbeteren van de publieke dienstverlening, met de nadruk op eenvoudiger beleid en een snellere respons op klachten. Kleinere fouten in uitkeringen hebben waarschijnlijk minder significante financiële gevolgen.

Het kabinet zet zich in voor het versterken van doelgerichte handhaving en het voorkomen van fouten. Met 'Proactieve Dienstverlening' wil het kabinet mensen privé informeren over hun recht op uitkeringen, zodat meer mensen daadwerkelijk kunnen genieten van de rechten waar ze recht op hebben.

Herziening van de Participatiewetgeving

Gemeenten krijgen meer ruimte om bijstandsgerechtigden te ondersteunen. Het kabinet wil participatie bevorderen door mensen beter in contact te brengen met werkgevers en de omstandigheden voor arbeidsongeschikte zelfstandigen te verbeteren. Dit gebeurt op drie onderling samenhangende manieren:

  • Hardheden aanpakken via 20 maatregelen in het wetsvoorstel Participatiewet in balans;
  • Werken aan een brede herziening van de wet;
  • De vakkundigheid van de uitvoerend professional te versterken.

Pensioenen en de overgang naar een nieuw stelsel

Per 2025 zal tweederde van de wettelijke AOW-leeftijd gekoppeld zijn aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd wordt steeds vijf jaar op voorhand bepaald volgens een wettelijk vastgelegde formule. In 2025 is de gerechtige leeftijd 67 jaar en 0 maanden, hetzelfde als in 2024. De pensioenleeftijd wordt niet verhoogd tussen 2025 en 2027, maar in 2028 wordt de AOW-leeftijd met drie maanden verhoogd naar 67 jaar en 3 maanden.

Het kabinet houdt de pensioentransities nauwlettend in de gaten om tekorten aan te pakken en ervoor te zorgen dat deelnemers en gepensioneerden profiteren van de verhogingen. Dit gebeurt via het ‘implementatietraject’. Het doel is een goede implementatie van de Wet toekomst pensioenen door de sectorpartijen: sociale partners, koepels, pensioenuitvoerders, toezichthouders en andere betrokkenen.

Het ministerie van SZW zet haar voorlichtingscampagne over de pensioenwijzigingen in 2025 voort. Voor werknemers en gepensioneerden is er een informatieplatform genaamd Pensioenduidelijkheid.nl waar je relevante informatie en hulpmiddelen kunt vinden. Werkenaanonspensioen.nl is een informatieplatform voor pensioenprofessionals. In 2025 wordt dit platform voor het uitwisselen van ervaringen op het gebied van pensioentransities verder ontwikkeld, met bijzondere aandacht voor doelgroepen als ondernemingsraden en financieel adviseurs.

Eén van de nieuwste maatregelen uit het pensioenakkoord betreft een tijdelijke subsidieregeling om werknemers in zware banen eerder met pensioen te kunnen laten gaan. Deze RVU-regeling loopt eind 2025 af. De minister heeft inmiddels financiering voor de uitbreiding van dit programma veiliggesteld en zal hierover met sociale partners in gesprek gaan.

In de Wet toekomst pensioenen is een reductiedoelstelling opgenomen om het aantal werknemers zonder werkgeverspensioen te halveren. Het ministerie probeert ook werkgevers die geen pensioenverzekering hebben aan te moedigen er een aan te schaffen.

Verder bestaat nog steeds het voornemen om wetgeving verplicht te stellen zodat werknemers op hun loonstroken kunnen zien of zij zijn aangesloten bij een pensioenregeling.

Koopkrachtmaatregelen

In 2025 verbetert het totaal met gemiddeld 0,7%. De regering ondersteunt kwetsbare groepen en werknemers met een middeninkomen met beleid dat onder meer belastingverlagingen, hogere uitkeringen en lagere medische aftrekposten omvat. De eerste schijf inkomstenbelasting geldt voor inkomens tot € 38.441,- per jaar en wordt verlaagd naar 35,82%. Daarnaast geldt het tweede belastingtarief van 37,48% voor inkomens tussen € 38.441,- en € 76.817,- per jaar. Dit betekent dat werknemers en AOW'ers in 2025 netto meer zullen overhouden.

De algemene heffingskorting (AHK) wordt verlaagd met € 335,- per jaar. Bovendien wordt het afbouwpunt verhoogd naar het minimumloonniveau.

Het kinderbudget (WKB) gaat omhoog met maximaal € 184,- per kind per jaar.

De huurtoeslag wordt vanaf 2026 vereenvoudigd en verhoogd. De eerste stappen richting vereenvoudiging worden in 2025 gezet, wanneer een deel van de huishoudens met huurtoeslag een hogere subsidie ​​krijgt.

Ook de koopkrachten profiteren van een energiebelastingvermindering op aardgas. Dit betekent dat iedereen in 2025 € 29,- minder belasting gaat betalen.

Ook de huidige accijnsverlagingen op benzine, diesel en LPG worden met een jaar verlengd en niet gecorrigeerd voor inflatie. Net als in 2024 blijven de accijnzen € 0,79,- voor benzine, € 0,52,- voor diesel en € 19,- voor LPG.

In 2027 wordt het eigen risico van de zorgverzekering gehalveerd (omgerekend € 165,-), wat ook de koopkracht zou kunnen vergroten. Vanaf 2025 blijft deze op € 385,-. Mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn kunnen nu een vergoeding krijgen voor de ziektekosten. In 2027 verdwijnt dat echter als het eigen risico wordt verlaagd. Dit levert besparingen op in de WAO, WIA, WAZ en Wajong. Deze maatregel zal in de toekomst worden geïntegreerd in wet- en regelgeving.

De premies voor zorgverzekeringen stijgen naar verwachting van € 121,- per jaar naar € 156,- per maand in 2025.

Rijksambtenaren worden de komende jaren door het kabinet op de nullijn teruggebracht, waardoor de koopkracht afneemt. Verder zal één op de vijf banen worden geschrapt door de beleidsambtenaren. Dit maakt deel uit van € 1 miljard aan bezuinigingen op de ambtenarenapparaat.

Opvallend is ook dat beleid ter bevordering van de koopkracht (en druk op de rijksbegroting) vooral in de eerste twee jaar wordt gevoerd. De kans bestaat dus dat er in de tweede helft van de huidige kabinetsperiode (opnieuw) wordt bezuinigd.

Armoedebestrijding en schuldenaanpak

Het doel van het kabinet is ervoor te zorgen dat de (kinder)armoedecijfers de cijfers van het basisjaar 2024 niet overschrijden. Om dichter bij dit doel te komen, verhoogt het kabinet het kinderbudget, en door de bevriezing zullen de huursubsidies en de dubbele belastingvermindering geleidelijk worden ingevoerd van 2025 tot 2027. Daarnaast zal de regering benaderingen ontwikkelen voor specifieke groepen die worstelen met het bestaansminimum, waaronder de werkende armen.

Er wordt structureel geld verstrekt voor schoolmaaltijden: € 135 miljoen per jaar. Scholen met leerlingen die het het meest nodig hebben, krijgen financiering om een ​​gezond ontbijt op hun school te organiseren. Ook compenseert het kabinet basis- en middelbare scholen voor de extra kosten die ontstaan ​​door de verhoging van de BTW op leermiddelen (4.444 schoolboeken en digitale leermiddelen). Vanaf 2026 krijgt hij 58,5 miljoen euro per jaar. Mbo-scholen krijgen € 1,5 miljoen per jaar voor basisvaardigheidsmaterialen voor leerlingen onder de 18 jaar.

Een ongelukkige samenloop van regelgeving heeft ertoe geleid dat ongeveer 6.400 eenverdienershuishoudens een lager besteedbaar inkomen hadden dan uitkeringsgerechtigden. Dit wordt bepaald door jouw inkomstenbelasting in 2028. Dat duurt nog wel even. Daarom gaat het kabinet vanaf 2025 samen met lokale overheden tijdelijke programma’s ontwikkelen om deze mensen beter te ondersteunen.

Leren en ontwikkelen

De STAP-regeling werd afgeschaft en het geld wat overbleef (ongeveer 74 miljoen euro) werd toegewezen aan scholingssubsidie in het kader van het SLIM-regeling. Met dit stimuleringssysteem hoopt het kabinet leren en de groei van mkb'ers tot de norm te maken. De subsidie moet tot 2027 worden gericht op maatschappelijk cruciale sectoren. Het kabinet is van plan aanzienlijke bezuinigingen op deze regeling door te voeren.

Leerlingen en mbo-studenten hebben extra ondersteuning nodig om beter te leren lezen, schrijven en rekenen. Mbo-scholen gaan zich (verder) richten op sectoren waar arbeidskrachten het meest nodig zijn.

Over het algemeen bezuinigt de regering met 1 miljard op het hoger onderwijs en de wetenschap. In 2025 zal het al 257 miljoen bedragen, waarvan een deel vooruitloopt op wat in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken. Het kabinet blijft echter vasthouden aan de eerdere investeringen in vaste banen voor 1.200 wetenschappers.

Een Maatschappelijke Diensttijd voor jongeren en volwassenen van 12 tot en met 30 jaar om zich als vrijwilliger voor iemand anders in te zetten is niet meer verplicht. Dit komt neer op een besparing van 200 miljoen euro per jaar. Reeds toegekende projecten kunnen doorgaan.

Arbomaatregelen

Het kabinet zet zich in voor een goed functionerende arbeidsmarkt waar medewerkers veilig en gezond kunnen werken. Het ziekteverzuim daalde van 5,6% in 2022 naar 5,3% in 2023. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) is het aandeel werknemers dat in 2023 afwezig is op het werk afgenomen.

Het voorkomen van arbeidsongevallen en psychosociale belasting zijn belangrijke aandachtspunten.

De Eindevaluatie van het Meerjarenprogramma RI&E moet in 2024 afgerond zijn. Dit geeft in 2025 inzicht in de impact van jarenlange focus op Risico Inventarisatie & Evaluatie en biedt de mogelijkheid om de ontwikkelde instrumenten een beslissende positie in het beleid te geven.

Het kabinet ondersteunt organisaties die bijdragen aan de gelijkheid van seksuele geaardheid en genderidentiteit en neemt aanvullende maatregelen om geweld tegen LHBTQ+ personen tegen te gaan. Daarnaast zal de regering haar Nationaal Actieplan ter bestrijding van seksuele intimidatie en geweld voortzetten.

Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Sinds 2013 is het  doel om mensen met een (arbeids)beperking aan werk te helpen bij reguliere werkgevers. Met de sociale partners is afgesproken om voor deze doelgroep 125.000 banen te creëren. Echter is dit nog niet gerealiseerd. Vooral overheidswerkgevers hebben moeite om aan deze eis te voldoen. Er zijn al de nodige maatregelen aangekondigd om de werkafspraken te verbeteren, waaronder het uitbreiden van de doelgroep naar vergelijkbare mensen. Ook wordt gedacht aan het verstrekken van loonsubsidies bij WIA, WW en Wajong.

Lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostenvoordelen (LKV)

In 2025 en 2026 veranderen het lageinkomensvoordeel (LIV) en de loonkostenvoordelen (LKV). LIV wordt op 1 januari 2025 afgeschaft, maar in dat jaar vindt nog wel de betaling plaats van het LIV over 2024.

Vanaf 1 januari 2025 wordt ook het LKV-bedrag voor oudere werknemers verlaagd van € 3,05 per betaald uur, maximaal € 6.000,- per jaar, naar € 1,35 per betaald uur, maximaal € 2.600,- per jaar. De LKV voor oudere werknemers wordt per 1 januari 2026 afgeschaft. Deze verlaging en afschaffing van de LKV voor oudere werknemers geldt alleen voor dienstbetrekkingen die zijn aangegaan op of na 1 januari 2024.

Per 1 januari 2025 veranderen de eisen voor LKV-overdracht voor werknemers met een beperking. Dit is een uitbreiding van de eisen en betekent dat meer werkgevers recht hebben op LKV voor de overgang van arbeidsongeschikte werknemers.

Daarnaast wil het kabinet het LKV doelgroep banenafspraak vereenvoudigen vanaf 1 januari 2026 vereenvoudigen. Enerzijds betekent deze vereenvoudiging dat werknemers voor dit loonkostenvoordeel niet langer een doelgroepverklaring meer hoeven aan te vragen. Bovendien bestaat dit recht op loonkostensubsidie ​​voor de duur van de dienstbetrekking, en niet voor de voorgaande drie jaren. Hiermee wordt de doelgroep afgestemd op de doelgroep van de werkafspraak. Een wetsvoorstel met deze wijzigingen is op 17 oktober 2023 bij de Tweede Kamer ingediend.

Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf)

Dit fonds financiert WW-uitkeringen voor marktwerkgevers. Vanwege de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) gelden er binnen de AWf sinds 2020 twee premietarieven: een lager tarief voor een vast dienstverbanden en een hoger tarief voor flexibele dienstverbanden. In 2025 stijgt zowel de lage als de hoge rente met 0,1 procentpunt. De verhoging is opgenomen in het hoofdlijnenakkoord 2026 en een jaar vervroegd. De lage rente in 2025 wordt vastgesteld op 2,74% en de maximale rente op 7,74%.

Premies Arbeidsongeschikheidsfonds

De Aof-premies zullen in 2025 ook licht stijgen (Aof-minimum: van 6,18% naar 6,35% in 2025, Aof-maximum: van 7,54% naar 7,58%)

Maatregelen voor ouders

In 2025 is het kabinet van plan de eerste stappen te zetten in de richting van het verstrekken van een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang voor alle werkende ouders. Dit wordt gedaan door het aandeel van het toeslagpercentages, vooral voor middeninkomens. Hierdoor wordt kinderopvang betaalbaarder voor huishoudens met een inkomen tussen € 29.393,- en € 159.224,-. Dit maakt het de moeite waard om een ​​extra dag te werken.

Gecombineerd met de normale prijsindex van 4,83% bedraagt ​​het maximale uurtarief voor de kinderopvang in 2025 € 10,71,-. Het maximale uurtarief voor buitenschoolse opvang bedraagt € ​​9,52,- en voor opvang door een gastouderopvang € 8,10,-. In 2026 worden de vergoedingen niet meer (eenmalig) geïndexeerd. Dit zal in de toekomst in wet- en regelgeving worden vastgelegd.

Vanaf 1 januari 2025 geldt de Nederlandse taaleis voor pedagogische medewerkers in de dagopvang en buitenschoolse opvang. Op het gebied van gastouderopvang zijn aanvullende kwaliteitseisen bij wet geregeld. Gastouders stellen bijvoorbeeld (educatieve) werkplannen op, volgen bijscholing en krijgen pedagogische coaching van gastouderbureaus. Sommige gastouders rekenen hiervoor hogere tarieven. Het kabinet vindt dat deze kosten niet geheel door ouders moeten worden gedragen en verhoogt daarom het maximale uurtarief voor gastouderopvang met nog eens € 0,21,- in 2025.

Stijging minimumloon

Vanaf 1 januari 2025 wordt het minimumloon geïndexeerd op 2,75 procent. Hiermee wordt het minimumuurloon verhoogd van € 13,68,- naar €14,06,-. Prijsindexering vindt halfjaarlijks plaats en het minimumloon stijgt automatisch mee met de cao-lonen.

Per januari 2024 zijn werkgevers verplicht hun werknemers minimaal het minimumuurloon te betalen. Sindsdien geldt het vaste minimumuurloon altijd voor alle werknemers ouder dan 21 jaar.

Ook voor werknemers onder 21 jaar gelden sinds 1 januari 2024 vaste minimumjeugdlonen per uur. Het minimumuurloon voor deze jongeren wordt berekend op basis van het wettelijk minimumuurloon.

Bron: https://www.personeelsnet.nl/
Terug naar alle items

Vacatures
in je mailbox?

Schrijf je in en we houden je op de hoogte
Job Alert instellen

Vacatures in je mailbox

Schrijf je in en we houden je op de hoogte.
In elke ontvangen e-mail kun je jouw Job Alert weer deactiveren.
Welke vacatures wil je ontvangen?
Gekozen vakgebieden:

Je kunt meerdere vakgebieden toevoegen.


    Gekozen opleidingsniveaus:

    Je kunt meerdere opleidingsniveaus toevoegen.