Arbeidsmarkt hervormd: Einde aan nulurencontracten en beperking tijdelijke contracten
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) verkondigt dat het kabinet de arbeidsmarkt op diverse vlakken zal aanpakken. Het nulurencontract zal worden verboden en oproepkrachten krijgen een vast aantal uren per week. Daarnaast worden de regels voor tijdelijke contracten strenger. Werkgeversorganisaties zijn positief over dit arbeidsmarktpakket, omdat het de nadruk legt op vaste contracten en een eerste stap zet om werkgeverslasten te verlichten.
Meer zekerheid op de arbeidsmarkt
Het kabinet introduceert nieuwe maatregelen voor de arbeidsmarkt. Deze aanpassingen zullen zorgen voor meer zekerheid op de arbeidsmarkt.
- Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten is een wachttijd van vijf jaar vereist (momenteel is dat nog zes maanden).
- Zelfstandigen moeten een verzekering voor arbeidsongeschiktheid afsluiten.
- Ondernemers krijgen duidelijkheid over structurele vervanging na één jaar ziekte van een werknemer.
- Een regeling wordt ingevoerd om personeel te behouden bij crises buiten het ondernemersrisico, zoals corona. Werknemers behouden WW-rechten en kunnen tijdelijk elders werken of minder werken.
Evenwicht tussen belangen van werknemers en werkgevers
De werkgeversorganisaties hebben positief gereageerd op het uitgewerkte SER-advies. Ingrid Thijssen, VNO-NCW-voorzitter, zei: "Het SER-advies dat nu is uitgewerkt kent een goed evenwicht tussen de belangen van enerzijds vaste dienstverbanden voor werknemers en anderzijds wendbaarheid voor werkgevers. Zo komt er bijvoorbeeld een einde aan contracten die het karakter hebben van ‘beschikbaar voor alles, maar recht op niets’ en een goede crisisregeling voor werkgevers om mensen toch in dienst te kunnen houden bij zeer onvoorziene omstandigheden."
Doorbetaling loon tijdens ziekteperiode
Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, is positief over de maatregelen voor werkgevers en werknemers die in lijn zijn met het SER-advies. Met betrekking tot de loondoorbetaling bij ziekte zegt hij dat vooral kleinere werkgevers nu eerder, na één jaar, duidelijkheid krijgen over hun vervolgstappen met betrekking tot een werknemer. Dit kan betekenen dat ze tijdig weten of ze kunnen verdergaan met de werknemer of de focus gaan verleggen naar re-integratie elders. Na jaren van discussie beschouwt hij dit als een positieve stap vooruit. Bovendien helpen lagere WW-premies, die ook gelden bij basiscontracten voor onbepaalde tijd, om vast werk aantrekkelijker te maken en wordt de bewijslast bij mogelijke schijnzelfstandigheid omgekeerd.